Pagina's

zondag 26 november 2017

Not-writing month

In november is het is niet gelukt wekelijks een blog te plaatsen, net zo min als het gelukt is om een boek schrijven. Is dat erg, vroeg ik mezelf af. Ik vind van niet. 

Mijn nukkige kat werd ziek en had het nogal wat voeten in de aarde om haar weer op te lappen, maar het is gelukt uiteindelijk.

Ik ben met mijn dochter een paar dagen naar Den Haag geweest, waar we onder andere in het Mauritshuis geweest zijn om de werken van de beroemde Nederlandse schilders te bekijken. Na Den Haag vertrok ik met René naar Coevorden, waar we genoten van de mooie omgeving en van luxe 3 gangenverrassingsdiners in het kasteel.

Vorige week hebben we met vrienden een bezoek gebracht aan de Ezelsociëteit in Zeist, waar mijn zus werkt als vrijwilliger. Zij gaf ons daar een rondleiding. We hebben allerlei lieve en minder aardige ezels gezien en geaaid. Wat een goed werk doen ze daar. Natuurlijk zijn we niet naar huis gegaan zonder een donatie te doen.

Ik heb misschien weinig tijd gehad om te schrijven, maar ik heb tijd doorgebracht met mensen die me dierbaar zijn en er voor mijn zieke kat kunnen zijn. Dat schrijven dat komt wel weer. 

zaterdag 18 november 2017

Goedheiligvrouw

De intocht van Sinterklaas doet me denken aan vroeger. Mijn moeder verraste graag alleenstaande ouderen met pakjesavond. Het cadeau kwam meestal van de bakker, maar ze leefde zich helemaal uit op de persoonlijke gedichten. Mijn zus en ik zetten het cadeau bij de oudere in kwestie voor de deur, belden aan en maakten ons daarna snel uit de voeten. De ontvanger mocht natuurlijk niet weten wie de gulle gever was.

Wij woonden in Deventer, tegenover de Katholieke Kerk. Mijn vader was inval-organist. Om te oefenen ging hij regelmatig met zijn bladmuziek naar de pastorie. Marie, de huishoudster van de pastoor, liet hem binnen en liep met hem mee naar de wenteltrap, die leidde naar het koor met het orgel, ondertussen vrolijk babbelend over wie er allemaal dood waren gegaan.
Mijn moeder was slecht ter been, maar vanaf haar plekje op de bank kon ze de pastorie goed observeren. Zo verzamelden ze allebei gedurende het jaar genoeg input voor een Sinterklaasgedicht over Marie. Op vijf december ging de pastoor meestal naar zijn familie en was Marie helemaal alleen in de grote pastorie.

Een pakje bezorgen bij Marie van de Pastoor was een grote uitdaging. Mijn zus Maaike en ik staken de weg over en beklommen het stenen trapje naar de voordeur van de pastorie. Het cadeautje zetten we pontificaal voor de drempel. Maaike belde aan. We hoorden de bel duidelijk klingelen in de gang van de pastorie, terwijl we ons allebei snel achter een geparkeerde auto verstopten. Door de autoruit hielden we alles nauwlettend in de gaten.
De deur ging open. Een lichtbundel scheen de straat in. Stilte. Daarna klonk de schelle stem van Marie. ‘Stelletje bellerobbers!’

De lichtbundel werd snel smaller, maar gelijk ook weer breder. Marie pakte het cadeau.
   ‘Piet! Zwarte Piet! Pietje! Waar zit je dan?’

Haar stem klonk zoeter dan de banketletter in de doos, terwijl ze richting de auto’s liep. Haar pantoffels dempten haar voetstappen, maar ik hoorde ze. Maaike en ik verplaatsten ons aan de tegenovergestelde kant van de auto, precies evenwijdig met haar. Het leek uren te duren voor ze haar zoektocht opgaf en wij totaal verkleumd naar huis konden.

De volgende keer dat mijn vader kwam oefenen op het orgel vertelde Marie hem het hele avontuur. Hij verklapte natuurlijk niets. We hebben nooit geweten of ze wist van wie het jaarlijkse pakje afkomstig was. Maar misschien kon Marie ook heel goed acteren.

Deze blog doneer ik aan Stichting Goed doen voor een ander. Zij organiseren Koffieschenk Buurtprojecten voor eenzame ouderen. Om hier aandacht voor te vragen heeft de Stichting het boek ‘Wat kan ik van u leren?’ gepubliceerd. Want van onze ouderen kan je nog veel leren.  Ik doneer mijn blog om ook bewustwording te creëren omtrent eenzame ouderen. Wil jij ook bloggen? Meld je aan via www.blog.doneerjouwtalent.nl






zondag 5 november 2017

NaNoWriMo in de praktijk

Ik begon goed. Op woensdag en donderdag werkte ik overdag en schreef ik ’s avonds ruim het geplande aantal woorden.

Vrijdag ging het mis. Ik had een vrije dag met veel te veel afleiding. Met pijn en moeite schreef ik 681 woorden (1500 gepland). Ik maakte mezelf wijs dat het niet erg was, ik had nog een heel weekend voor de boeg.

Voor de zaterdag en de zondag stonden er per dag 3000 woorden gepland.
Op zaterdag kon ik me aan het eind van de middag een paar uur helemaal op het schrijven richten, maar juist toen sloeg de onzekerheid toe. Ik stelde het schrijven uit. Ik was bang, maar wist niet goed waarvoor. Bang dat ik het aantal woorden niet zou halen? Bang dat ik niet zou weten waar ik over schrijven moest? Ik heb een goed doordacht plan, dus dat kan haast niet.

Waarschijnlijk lag die lat veel te hoog. Ik merkte de dagen hiervoor dat 1000 woorden schrijven al een hele prestatie is. Zaterdag schreef ik 855 woorden. Ik had gefaald.
Vanmorgen ging het beter. Ik schreef 1350 woorden en ik heb er weer lol in.

Conclusie:
·         Planning: 10.000 woorden. In werkelijkheid zijn het 5597 woorden. (60%)
·         Als de lat te hoog ligt werkt dat demotiverend.
·         Na een drukke werkdag heb ik meer discipline dan in het weekend
·         Doorschrijven is echt een oplossing als je vast zit
·         Het aantal woorden is een richtlijn, geen harde eis. Ik vind het lastig om het zo te zien.