Ik begon goed. Op woensdag en donderdag werkte ik overdag en
schreef ik ’s avonds ruim het geplande aantal woorden.
Vrijdag ging het mis. Ik had een vrije dag met veel te veel
afleiding. Met pijn en moeite schreef ik 681 woorden (1500 gepland). Ik maakte
mezelf wijs dat het niet erg was, ik had nog een heel weekend voor de boeg.
Voor de zaterdag en de zondag stonden er per dag 3000 woorden gepland.
Op zaterdag kon ik me aan het eind van de middag een paar uur helemaal
op het schrijven richten, maar juist toen sloeg de onzekerheid toe. Ik stelde het
schrijven uit. Ik was bang, maar wist niet goed waarvoor. Bang dat ik het
aantal woorden niet zou halen? Bang dat ik niet zou weten waar ik over schrijven
moest? Ik heb een goed doordacht plan, dus dat kan haast niet.
Waarschijnlijk lag die lat veel te hoog. Ik merkte de dagen
hiervoor dat 1000 woorden schrijven al een hele prestatie is. Zaterdag schreef
ik 855 woorden. Ik had gefaald.
Vanmorgen ging het beter. Ik schreef 1350 woorden en ik heb er weer
lol in.
Conclusie:
·
Planning: 10.000 woorden. In
werkelijkheid zijn het 5597 woorden. (60%)
·
Als de lat te hoog ligt werkt dat
demotiverend.
·
Na een drukke werkdag heb ik meer
discipline dan in het weekend
·
Doorschrijven is echt een oplossing
als je vast zit
·
Het aantal woorden is een
richtlijn, geen harde eis. Ik vind het lastig om het zo te zien.