Om half 8 trek ik mijn jas aan, pak mijn tas, geef René een
kus en vertrek. Ik fiets er een half uurtje over en ik vind het heerlijk.
Vooral ‘s morgens. Het is nog fris, maar ik ben erop gekleed. Het voelt bijna
als vakantie om onderweg de zon op te zien komen boven de weilanden, waar het
zonlicht de mist doet oplossen terwijl je wangen, je kin en je neus koud
aanvoelen. Een stuk later geeft het zonlicht de herfstbladeren aan de bomen
langs de kant van de weg een intense koperachtige gloed.
Iets na 8 uur duw ik met mijn voorband voorzichtig het
ijzeren hek verder open. Het grind kraakt onder mijn voeten. Ik parkeer mijn
fiets in het fietsenrek onder het afdak van golfplaten aan de zijkant van het
monumentale pand. Ik loop achterom en kom binnen in de keuken, die al heerlijk
naar koffie ruikt. Lex, de hoofdredacteur is er dus al. Ik zet de waterkoker
aan, pak de grootste mok die ik kan vinden en een theezakje met groene thee uit
de buffetkast in de authentieke maar toch moderne keuken.
Terwijl het water kookt loop ik door de hal naar de kamer
van Lex. Ik wens hem goedemorgen en vraag hem hoe zijn weekend was. Hij vertelt
enthousiast over het uitje met zijn vrouw Anna en de kleinkinderen. Ik vertel
nog over ons weekend en als ik de klik van de waterkoker hoor, loop ik met een
goed gevoel terug naar de keuken. Ik zet een kop thee en voordat ik de trap
beklim roept Lex uit zijn kamer ‘Heb je aan de lunch gedacht, van vanmiddag?’
Ik lach in mezelf en antwoord bevestigend. Alsof ik dat vergeet! Vanmiddag is
het de eerste maandag van de maand en lunchen we gezamenlijk met alle collega’s
waarbij we tevens bespreken waar iedereen mee bezig is en welk werk er nog ligt
of wat er nog verwacht wordt.
Boven neem ik plaats achter mijn bureau en pak mijn laptop
uit mijn tas. Op mijn bureau liggen 4 manuscripten klaar, waarvan ik de eerste
drie hoofdstukken mag lezen en daarna mag beoordelen of we ze gaan uitgeven of
niet. Maar eerst check ik mijn mail, zodat ik kan zien of er bijzonderheden
zijn of dat er iets met voorrang moet gebeuren. Dat is niet het geval. Ik kijk
in mijn agenda en zie dat ik vandaag ingeroosterd ben om de website bij te
houden en de mails te beantwoorden. De meeste mails van schrijvers die hun
manuscript inleveren of soms auteurs die een andere vraag heeft over het
uitgeefproces. En verder aanmeldingen voor en vragen over een van de cursussen
die ik geef. De mails die we tijdens de lunch met de collega’s moeten bespreken
print ik uit.
Vandaag en de komende maandagmiddagen geef ik een cursus
aan auteurs die hun debuut schrijven wat we als uitgeverij zoeken in een boek
en hoe zij de kans kunnen vergroten dat hun boek wordt uitgegeven. Daarbij ondersteun
ik ze als ze vragen hebben over het schrijfproces. Klassikaal, want daar kunnen
anderen ook bij gebaat zijn.
Eerst even mijn thee opdrinken, voordat die koud wordt. Ik
open de openslaande deuren naar het balkon en kijk vanaf daar uit over de
groene tuin met de herfstige bomen die deze tuin omheinen. Hier is het zo stil.
In de verte zie ik zwartbonte koeien in het weiland en ik hoor duidelijk een
specht en een koekoek door het getsjilp van de mussen heen. De thee dampt
heftig in de koude lucht en ik klem mijn handen goed om de mok om ze warm te
houden.
Ik drink mijn thee, terwijl ik gestommel hoor in de keuken
beneden. De rest is ook gearriveerd. Ik draai me om en stap de kamer weer in,
door de houten balkondeuren met de tientallen glazen ruitjes die ik achter me
sluit. Ik kijk naar de twee bureaus en de twee comfortabele banken bij de haard
(die niet meer als zodanig in gebruik is). Wat een heerlijke werkplek heb ik
toch!
Ellis komt de werkkamer in, zij gaat vandaag bij mij
zitten. Marc en Tanja steken hun hoofd even om de deur om ons te begroeten en
we hebben een kort gesprek over het weekend waarna zij in de kamer naast ons
gaan zitten om te werken.
Ik pak het bovenste manuscript van de stapel en neem plaats
op de comfortabele bank waar ik begin te lezen. Af en toe noteer ik een
opmerking in de kantlijn. Ellis neemt plaats achter haar bureau. En dan is het
stil. We gaan allebei op in het werk.
Tegen een uur of 10 stop ik met lezen en neem ik plaats achter
het bureau om de website bij de werken en de mails te beantwoorden. De tijd
vliegt. Opeens is het 12 uur en staan Marc en Tanja in de deuropening met de
vraag of we zover zijn. Het is tijd om te lunchen. In de zomer laten we soms
een lunch komen en picknicken we in de tuin. Nu gaan we naar een kleine
lunchroom in het dorp. Het is een nuttig overleg. De taken worden verdeeld. Een
uur later gaan we vol energie weer terug. Iedereen is gemotiveerd om weer
verder te gaan met de klussen die er liggen of die erbij gekomen zijn na de
lunch.
De tijd vliegt voorbij en het is alweer zo twee uur. Ik
ruim mijn bureau een beetje op en print de lesvoorbereiding van vanmiddag uit,
ook de lesstof voor de cursisten. Ik loop de trap af en zet alvast koffie en thee. Ik maak de
zaal in orde en zorg dat alles klaar ligt als de cursisten vanaf half 3 binnen
lopen. Het zijn er acht deze keer, dat is best een grote groep. Ze hebben er
zin in, dat maakt het extra leuk om ze les te geven. Ze willen alles weten en
zijn enorm leergierig.
Even na vijven beëindig ik de les. Als iedereen weg is ruim ik de zaal op en doe de afwas in de vaatwasser in de keuken. Ik praat de
dag nog even door met Lex en met Marc, die ook bij Lex op de kamer staat en
fiets heel tevreden, in mezelf zingend naar huis, genietend van de langzaam
ondergaande zon. Ik voel me bevoorrecht dat ik morgen weer naar mijn werk mag,
dat helemaal niet als werk voelt. Ik weet zeker dat ik in het weekend nog wel
een manuscript onder handen pak of een lesje ga voorbereiden. En uiteraard ga
ik verder met het schrijven van mijn nieuwste boek.