Twee verhalen hebben mijn aandacht. De eerste is een column die ik
op 21 februari ’s avonds zal voordragen tijdens het literair cafĂ© in deVroolijke Frans in Brummen. Nadat mijn verhaal ‘IJssel’ vorig jaar door JanTerlouw als beste is beoordeeld, heb ik begrepen dat de winnaar het volgende open
podium traditioneel moet afsluiten met een column. Het verhaal is af, maar moet
nog minimaal de helft korter.
Het andere verhaal heeft als thema ‘Deadline’, het wordt mijn
deelname aan de jaarlijkse thrillerwedstrijd van uitgeverij LetterRijn. Het
verhaal zit supergoed in elkaar in mijn hoofd, maar het moet net zo briljant op
papier komen. En dat valt niet altijd mee. Wat dat betreft lijkt schrijven veel
op tekenen. Toch ligt schrijven mij beter. Als ik het hele verhaal uitgeschreven
heb begint het schaven. Het begin mag vaart hebben, maar voor het spannendste
deel neem ik de tijd. Dan goochel ik nog wat met het perspectief en de tijd waarin
het verhaal op z’n sterkst verteld wordt. Ik kneed en herschrijf net zo lang
tot het verhaal zo is als ik het in mijn hoofd had. Gelukkig is de deadline voor
dat verhaal pas op 21 mei.